Wil je graag werken in de horeca? Dan moet je jezelf afvragen of je dit als vaste werkkracht, gelegenheidswerker of student wil doen. Want het hangt af van je statuut hoeveel dagen of uren je mag werken. Kies je fout of presteer je teveel uren? Dan riskeer je je zuurverdiende centen straks kwijt te spelen aan sociale bijdragen. En daar wordt niemand gelukkiger van.
Vaste werknemer
Als vaste werknemer in de horeca heb je geen beperkingen. Of toch? Normaal gezien mag je als voltijdse werknemer maximum 9 uur per dag en 38 uur per week werken. Werk je er meer – want jij doet je job toch zo graag – dan ben je overuren aan het kloppen. Om je tegen jezelf (en je baas) te beschermen heeft de overheid die overuren begrensd: volgens de arbeidswet mag je er maximaal 91 per jaar presteren. De meeste horecazaken hebben een arbeidsreglement dat die grens optrekt tot 130 overuren per jaar. Maar that’s it. Je kan je baas wél vragen om je overuren te laten uitbetalen.
Kan je er nog net aan uit? Goed, dan komt nu het moeilijke deel. Want eind 2015 wijzigde de wet zodat je veel meer overuren zou mogen presteren. Helaas is die wet nog niet in werking. Zodra de tekst aangepast is – en hier is het parlement volop mee bezig – mag je maar liefst 360 overuren per jaar doen. Let wel even op dat je per vier maanden, niet meer dan 143 overuren werkt. Was je even onoplettend en heb je toch te veel overuren gedaan? Bel even naar je consulent bij Manpower om te zien wat er mogelijk is.
Als gelegenheidswerker
Het woord zegt het zelf. Als de gelegenheid het toelaat, verdien jij een centje bij in de horeca. ‘s Avonds, bij mooi weer, in het weekend, als plots je stamcafé overrompeld wordt door toeristen … Of als jij dringend nood hebt aan geld. Je sluit dan – mondeling of schriftelijk – met de werkgever een arbeidscontract voor maximaal twee aansluitende dagen. Van de overheid mag je dit 50 dagen per kalenderjaar doen zonder je blauw te betalen aan sociale bijdragen.
Als je dit slim aanpakt, kan je heel wat bijverdienen op 50 dagen. Zo kan je bijvoorbeeld ‘s ochtends drie uur in een ontbijtzaak opdienen en ‘s avonds vier uur achter de toog staan. Voor de zeven uren die je gewerkt hebt, telt dan maar één dag. Dat is ook zo als je ‘s avonds begint en tot na middernacht verder werkt. Ook dat telt maar als één dag.
Als student
Voor studenten gelden min of meer dezelfde regels als voor gelegenheidswerker: beperkt aantal dagen, lage sociale bijdragen en de optie om meerdere werkgevers per dag te hebben. In 2016 mocht je nog 50 dagen als student werken. In 2017 wordt dat 475 uur. Good to know: een werkstudent is een student die meer werkt dan 50 dagen per jaar en dus sowieso evenveel sociale bijdrage levert als een gewone werknemer. Meestal wordt deze term gebruikt door hogescholen en universiteiten voor studenten die werken en leren combineren en daarvoor dikwijls andere voorwaarden krijgen.
>> Nog geen enkele dag gewerkt dit jaar? Check dan hier onze vacatures in de horeca.